Omdat de vorige Frans-Belgische overeenkomst van 20 september 1962 niet meer geldig was, hebben Vlaanderen en Frankrijk beslist om de samenwerking voort te zetten. De nieuwe overeenkomst moet de coproducties in de filmsector bevorderen door bijvoorbeeld zulke projecten de toegang te verlenen tot steunmaatregelen van de Franse en Vlaamse filmindustrie.

De overeenkomst werd op donderdag 23 mei 2019 door de Vlaamse Minister van Cultuur, Media, Jeugd en Brussel en de Franse ambassadeur in België ondertekend en is op 3 januari 2021 in werking getreden.

Onder impuls van het Vlaams Audiovisueel Fonds, dat in 2002 werd gesticht, is de Vlaamse filmproductie er aanzienlijk op vooruit gegaan.  De voorbije jaren hebben verschillende Vlaamse cineasten (Michael Roskam, Felix van Groeningen, Lukas Dhondt) van zich laten horen, tot bij het Franse publiek, festivals en producenten. In de nieuwe overeenkomst worden de criteria inzake coproducties versoepeld en worden de wederzijdse financiële, artistieke en technische uitwisselingen vergemakkelijkt. Hierdoor kunnen Vlaamse regisseurs mee genieten van de groeiende Franse filmindustrie.

Even ter herhaling: in het pre-coronatijdperk stond de Franse filmindustrie in België op de tweede plaats, gevolgd door de VS. Daarnaast is België Frankrijks belangrijkste partner als het aankomt op coproducties. Dankzij deze overeenkomst kunnen Frankrijk en Vlaanderen de reeds stevige onderlinge samenwerking in de filmindustrie een extra duwtje in de rug geven, daar de sector tijdens de pandemie rake klappen heeft gekregen.