Met de uitzonderlijke deelname van het Musée d'art moderne de la Ville de Paris, maar ook met de fundamentele steun van de Galerie de la Présidence en de familie van de kunstenaar, bundelen het Eugène Boudin Museum in Honfleur en het Paul Valéry Museum in Sète hun krachten om een grote monografische tentoonstelling te organiseren gewijd aan Marcel Gromaire (1892-1971), een onmisbaar figuur in de realistische en humanistische kunst van het Noorden.

De tentoonstelling wil de herkomst en de bronnen van de kunstenaar lokaliseren, zijn gehechtheid aan zijn geboortedorp Noyelles-sur-Sambre, maar ook het onderliggende trauma van de Grote Oorlog, de primitieve dimensie van zijn kunst, zijn connecties met de Negerkunst of met de Romaanse en Gotische kunst, de lessen van het Noorden vermengd met een voorliefde voor het Bretoense land, de fascinatie voor de voorouderlijke mysteries van de beschavingen. De tentoonstelling benadrukt de progressieve definitie van een unieke en verrassend herkenbare

persoonlijke manier, gekenmerkt door een krachtige geometrie van de volumes, een zeer aanwezige grafische ring en een vereenvoudigd palet. Dit alles tussen de strengheid van het kubistische raster dat deze generatie op de Franse kunstscène achtervolgde en het Vlaamse expressionisme dat de noordelijke oorsprong van de kunstenaar verraadt, vanaf de eerste onderzoeken tot aan de werken van de laatste jaren.

De tentoonstelling en de bijbehorende catalogus onderzoeken zowel het grafische als het picturale werk, evenals de theoretische geschriften die het plastische, esthetische en ethische denken van Marcel Gromaire weerspiegelen. Ze beschouwen zijn hele carrière en belichten de diversiteit van de thema's en technieken die hij behandelde. Met meer dan 150 uitgeleende werken van openbare instellingen en particuliere collecties worden de talenten van Marcel
Gromaire op het gebied van schilderen, tekenen, geïllustreerde boeken, prenten, tapijtkarton en monumentale decoraties tentoongesteld.

Onvermijdelijke meesterwerken zoals La Guerre of Place Blanche worden zo geconfronteerd met onuitgegeven of meer vertrouwelijke werken.

Waar Gromaire's streven naar perfectie en de grote spanningen in zijn werk naar voren komen, is er sprake van een synthese tussen de antithetische kwaliteiten die de kunstenaar op deze manier tot uitdrukking brengt: "Kunst van de uitersten. Extreme elegantie en extreme massa - Extreem elan en extreem gewicht. Extreme grandeur en extreme nuances - Extreme stabiliteit en extreme beweging - Extreme materialiteit en extreme bevrijding - Extreme structuur en extreme vloeibaarheid. Extreme lokalisatie en extreme alomtegenwoordigheid. Extreme natuurlijkheid en extreme onwerkelijkheid."

Commissariaat Benjamin Findinier, Maïthé Valles-Bled, Bruno Gaudichon en Alice Massé.
Catalogus gepubliceerd door Snoeck
Deze tentoonstelling heeft de steun gekregen van de regio Hauts-de-France en een uitzonderlijk mecenaat van de CIC Nord Ouest, een trouwe partner van het Musée La Piscine. De scenografie is tot stand gekomen dankzij de genereuze steun van Couleurs de Tollens.