We gaan op weg met Montaigne, die in 1580 Aquitanië verliet om naar Italië te gaan, waar hij ervan droomde om diplomaat te worden. Met zijn bediende doorkruiste hij Frankrijk, Zwitserland, Beieren, Tirol, in het Europa van de Renaissance dat in brand was gestoken en bloedig was door de onverzettelijkheid van katholieke fundamentalisten. Tijdens de reis, die zeventien maanden duurt, noteert Montaigne de vruchten van zijn reflecties op het dagelijks leven, de moraal, de politieke en religieuze instellingen. zijn methode: een stap terug doen, dingen en wezens met een scherp oog observeren, dit alles ter bevordering van zelfkennis.

Zijn dagboek is gevuld met smakelijke, etnologische, culinaire en architectonische anekdotes, waarbij verschillen altijd een onderwerp van verwondering zijn. Michel Didym put uit dit Journal de Voyage en Les Essais om de kracht van de taal en het huidige denken van deze gecultiveerde reiziger, vol humanistische cultuur, vast te leggen.

In een keurige en levendige enscenering wordt het gekleurde werkwoord met passie en overtuiging gedragen door twee smakelijke acteurs. Een ode aan de elegantie van openheid, tolerantie en nieuwsgierigheid!